‘Stralen mag je niet bekappen’.
Hoewel er een kern van waarheid in dit statement zit, is het niet juist. Stralen hebben een belangrijke functie in het opvangen van de schok bij iedere landing en ze geven steun wanneer de voet volledig belast wordt. Daarbij helpen ze ook het straalkussen gezond te blijven en zorgen ze voor een goede sensorische input die belangrijk is voor de proprioceptie. We mogen stralen dus niet zo bekappen dat ze volledig zwevend zijn wanneer het paard op de hoef staat, omdat ze dan hun functies niet kunnen uitvoeren. Het is echter wel van belang dat stralen bijgewerkt worden. Ook stralen ontwikkelen eelt dat gaat vervellen en idealiter over een oneffen verharde bodem vanzelf een beetje wegslijt en zo onderhouden wordt. Aangezien dit voor de meeste paarden niet het geval is, zeker niet op Nederlandse of Belgische bodem die doorgaans vlak en zacht is, moeten we helpen. Je kunt het vergelijken met het wegkrabben van het oude zoolmateriaal, alleen is straalmateriaal nog een beetje stugger waardoor het meer hulp nodig heeft.
Hoe onderhoud je stralen dan wel?
Om te beginnen is er natuurlijk de logische stap van het weghalen van alle losse flapjes en delen van de straal. Wat los zit, zal niet meer vast gaan zitten en wordt netjes weggesneden bij iedere bekapping.
Een tweede belangrijk uitgangspunt bij de straal is dat de straalgroeves een v-vorm moeten hebben. Dit houdt in dat ze open zijn en niet vol mogen zitten met oud straalmateriaal of bedekt worden door straalmateriaal dat er als een dakje overheen hangt (vooral bij de zijdelingse groeves een probleem). De straal kan met 3 nette open groeves mooi veren zonder dat er materiaal in de weg zit en bovendien kan er geen wildgroei van bacteriën en schimmels ontstaan zoals wel gebeurt in afgesloten groeves vol oud materiaal.
Een laatste punt is het weghalen van het oude laagje eelt. Er zit vaak een laagje oud, bruin of wit en korrelig straalmateriaal bovenop de straal dat normaal gezien netjes zou slijten door stenen, steentjes, ruw zand en andere ondergronden die agressiever voor slijtage zorgen dan gras of vlakke verharding. Dit is meestal maar een millimeter, maar door dit laagje net van de straal te halen, help je de straal met ververvellen en kan je doorgaans voorkomen dat dit ineens met hele dikke plakken tegelijk gebeurt. Het is eigenlijk niet anders dan bij de rest van de hoef: regelmatig kleine beetjes bijwerken imiteert de natuurlijke slijtage en voorkomt dat er grote hoeveelheden in één keer loslaten, of dat bacteriën en schimmels zich te buiten gaan aan het oude materiaal en de overhand krijgen. Als je consequent alleen het minimale weghaalt, maar wel alles doet wat nodig is, zal je nooit teveel straal wegsnijden en toch zorgen voor een heel mooi straalonderhoud dat de gezondheid ten goede komt. Bovendien maak je zo de straal en dus een belangrijk aspect van het ‘landingsplatform’ van de hoef zo comfortabel mogelijk om daadwerkelijk op te landen. Details maken het verschil.